Ga naar hoofdinhoud

Factoren voor een succesvolle energiecoöperatie

In Nederland zijn al meer dan zevenhonderd energiecoöperaties en het worden er alleen maar meer. Burgers die samen optrekken in het produceren van energie. Planoloog Dániel Petrovics van de Universiteit van Amsterdam onderzocht welke factoren bepalen of zulke coöperaties zullen doorgroeien. “In steden gaat het meestal om zonnepanelen. Er zijn ook wel coöperaties met windmolens, maar dat is vaker buiten de stad. Daar komt ook meer bij kijken, qua vergunningen en overleg met omwonenden.” 

Succesfactoren

Petrovics raakte als student Internationale Betrekkingen al geïnteresseerd in maatregelen tegen klimaatverandering en onderzocht voor zijn huidige onderzoek 28 coöperaties. “Het zijn vaak buurtbewoners die samen energie willen produceren en daar de voordelen van willen genieten. Mijn indruk is dat het idealistische mensen zijn, geïnteresseerd in een positieve impact op het milieu, niet zo zeer in de winst – al moeten de initiatieven zich natuurlijk wel kunnen bedruipen.” In het onderzoek was de vraag wat ertoe leidt dat een gemeenschap verder groeit. “Toen hebben we daarvan een lijst gemaakt, waarmee we de coöperaties hebben bevraagd om te kijken of die succesfactoren ook blijven.” 

Leiderschap

“We vonden 23 succesfactoren die een rol spelen en je kunt ze indelen in drie niveaus. Het eerste niveau is wat er binnen de coöperatie gebeurt. Een van die factoren is – misschien niet verrassend – leiderschap. In het begin natuurlijk als iemand het initiatief neemt, maar ook als zo’n initiatief verder moet worden opgeschaald. Het tweede niveau gaat over contact tussen de coöperaties. Zo heb je in Nederland Energie Samen, een koepelorganisatie die veel doet in het contact tussen verschillende initiatieven en die informatie beschikbaar stelt, zodat nieuwe coöperaties het wiel niet opnieuw hoeven uit te vinden. En dan is er ook nog een Europese koepel van nationale koepels, RESCoop.”

Subsidiemogelijkheden

Uit het onderzoek blijkt dat de derde succesfactor gaat over de context, bijvoorbeeld het overheidsbeleid. “In Nederland zijn er subsidiemogelijkheden, zoals de subsidieregeling Coöperatieve Energie-opwekking, maar de Postcoderoosregeling, die voordelen bood voor mensen zonder ruimte op hun dak, is afgeschaft. Een investering van een coöperatie gaat over tientallen jaren, dus als een subsidie ineens verandert, kan je business case ineens onderuitgaan. Een positieve ontwikkeling op dit gebied is dat energiecoöperaties in Europa sinds 2019 een formele wettelijke status hebben, wat het maken van beleid door overheden gemakkelijker maakt.” 

Toekomst

Petrovics ziet de toekomst van energiecoöperaties zonnig in, al ziet hij ook een tegenbeweging. “Vooral in de antiwindturbineprotesten. Het sentiment is daar, denk ik, vaak negatief, omdat mensen zo’n windmolen in hun omgeving krijgen en er geen voordeel van of zeggenschap over hebben. Daar kunnen coöperaties wel een verschil maken. Onderzoek heeft laten zien dat de perceptie verandert als het jouw windmolen is: dan wordt het een mooi ding in je achtertuin dat geld oplevert, in plaats van een lawaaiig monster waaraan anderen verdienen. In Denemarken moeten hernieuwbare energie-installaties verplicht voor de helft in lokale handen zijn. Dergelijke maatregelen kunnen een groot verschil maken.” 

Lees hier het hele interview met Dániel Petrovics in de Amsterdamse krant Het Parool