De dertig Regionale Energiestrategieën (RES) verdwijnen zoals we die nu kennen. Dat stelt het nieuwe voortgangsrapport van het Nationaal Programma RES, waarin duidelijk wordt hoe het vervolg eruitziet. De Tweede Kamer besloot eerder dat de RES-regio’s moeten stoppen als aparte bestuurslaag. Hun taken worden ondergebracht bij gemeenten en provincies, zodat er minder bestuurlijke lagen zijn en uitvoering sneller gaat. Vanaf 2026 komt er een nieuw Nationaal Programma Energiesysteem, waarin ook aandacht is voor de warmtetransitie.
Aandacht voor warmte in nieuwe programma
In de plannen blijft regionale samenwerking bestaan, maar zonder een nieuwe bestuurslaag. Volgens de Kamerbrief van minister Hermans wordt met het Nationaal Programma Energiesysteem gewerkt aan een goede balans tussen nationale doelen en lokale uitvoering. Vooral de warmtetransitie speelt een belangrijke rol. Gemeenten moeten uiterlijk volgend jaar een warmteprogramma opstellen op basis van de nieuwe wet Wgiw. Ook de Wet collectieve warmte, die in 2026 ingaat, geeft duidelijkheid over hoe warmtebedrijven gaan werken. Daarmee kunnen gemeenten beter plannen welke wijken van het aardgas afgaan, en hoe lokale duurzame warmtebronnen in te zetten.
Helderheid nodig
Verschillende partijen hebben hun eigen zorgen over de nieuwe aanpak. Zo vinden waterschappen dat er in de RES-regio’s te weinig aandacht was voor bovenregionale warmtebronnen, terwijl juist aquathermie kansen biedt. Ook gemeenten willen voldoende ruimte houden om lokaal maatwerk te leveren. Provincies pleiten ondertussen voor meer bevoegdheden richting de regio’s, en het ministerie van VRO wil voorkomen dat energieprojecten andere ruimtelijke opgaven verdringen. Ondanks deze verschillen is er brede steun voor meer samenhang, zodat de warmtetransitie en andere energieopgaven goed worden uitgevoerd zonder extra bestuurslagen.
Lees hier meer over dit onderwerp in het artikel van Binnenlands Bestuur.
Artikelen
We staan aan de vooravond van een enorme transitie. Lees alles over onze innovaties en oplossingen.