De energietransitie versnelt, maar hoe blijven bedrijven wendbaar? Zo is elektrificatie geen simpele optelsom van zonnepanelen, accu’s en laadinfrastructuur – het vereist inzicht in energieprofielen, opslag en samenwerking op een grotere schaal.
Hylke Baltussen, Lead Engineer bij Kersten Techniek, deelt zijn visie op hoe bedrijven kunnen verduurzamen zonder vast te lopen in netcongestie en kosten.Â
De klik tussen elektrificatie en conversietechnieken
Een opgave als elektrificatie is niet alleen een technische uitdaging, maar vooral een vraagstuk van efficiënt energiebeheer. “Het probleem is simpel,” legt Hylke uit. “Opwekking van hernieuwbare energie is niet constant, en de afname verschilt per moment van de dag. Daarom zijn slimme energieopslag en conversie essentieel.” Met conversietechnieken wordt elektriciteit opgeslagen of omgezet in een andere bruikbare vorm, zoals warmte. “Door energie op te slaan op momenten van overschot en weer vrij te geven als het nodig is, ontlast je het net en maak je optimaal gebruik van wat er al is.”
Â
Maar wat betekent dat concreet voor een bedrijf? “Neem een logistiek centrum met laadstations voor elektrische vrachtwagens,” zegt Hylke. “Iedereen wil zijn voertuigen direct laden zodra ze binnenkomen, maar op dat moment is het elektriciteitsnet al zwaar belast. Door loadbalancing en energieopslag kan je spreiden en slimmer laden. Dat vraagt om een technische oplossing, maar ook om een andere manier van denken.”
Â
Elektrificatie raakt niet alleen de techniek, maar ook de bedrijfsvoering. “Je kunt als bedrijf wel investeren in snelladers, maar als het net dat niet aankan, heb je er weinig aan,” zegt hij. “Dan kom je al snel bij de vraag: moet je investeren in netverzwaring, of zijn er alternatieven zoals een batterijopslag?”
Â
Bij grote klanten als PreZero of Arriva, waar de laadinfra essentieel is voor de bedrijfsvoering, wordt gekeken naar maatwerkoplossingen. “Sommige bedrijven kunnen nog een middenspanningsaansluiting krijgen, maar dat geldt lang niet voor iedereen. Voor bedrijven met een laag vermogen, maar een plotselinge hoge vraag, is opslag de enige oplossing.”
Nadenken en dan starten
Wat is het eerste advies dat Hylke geeft aan een bedrijf met elektrificatieplannen? “Begin met een energieprofiel. Laat niet meteen een voorstel maken, maar analyseer eerst je werkelijke behoefte. Leer je bedrijf kennen. Hoe ziet het energieverbruik eruit? Wanneer is de piek? Welke processen kunnen nu Ă©cht anders?”Â
Hylke ziet hierin ook een bredere kans: bedrijventerreinen die collectief naar oplossingen zoeken. “Waarom zou je als bedrijf alleen investeren als je met de buren een microgrid kunt bouwen? Dat is technisch en economisch veel slimmer, maar vraagt om een andere mindset, het delen met velen.”Â
Ga je energie delen?
Hoewel het concept van energiehubs en microgrids veelbelovend is, ziet Hylke dat het in de praktijk nog mondjesmaat van de grond komt. “Technisch is het prima mogelijk: bedrijven kunnen samen investeren en hun eigen netbeheerder worden. Maar sociaal en economisch is dat nog een hele stap.” Het ontbreekt vaak aan een collectief belang, merkt hij. “Veel bedrijven denken nog individueel. De democratisering van energie klinkt mooi, maar delen is nog altijd lastig. Er komt juridisch het een en ander bij kijken. En als iedereen grip wil houden op zijn eigen energie, komen we niet verder.”Â
Een goed voorbeeld is het ECW-grid in Middenmeer, een lokaal energienetwerk tussen grootverbruikers. “Daar werkt het, omdat ze gezamenlijk beheren en investeren. Maar dat vraagt om afspraken, contracten en vooral: vertrouwen.” Hylke ziet een belangrijke rol voor bedrijven als Kersten om dit bewustzijn te vergroten. “Wij kunnen niet alleen de techniek leveren, maar ook de vertaalslag maken: hoe past het binnen je bedrijfsvoering? Hoe kun je samenwerken zonder in te leveren op flexibiliteit?”
De rol van beleid
Naast de sociale en technische uitdagingen, is er ook nog het obstakel van wet- en regelgeving. “Er is vaak terughoudendheid in de adaptatie van nieuwe technologieĂ«n,” merkt Hylke op. “We kunnen pilots zoals Slim Strandnet in Scheveningen laten zien als zeer succesvol voorbeeld, maar opschalen blijft lastig.”Â
Â
Ook investeringsbereidheid speelt een grote rol. “Veel bedrijven schrikken van de kosten, terwijl een goede businesscase juist laat zien dat het zich terugverdient.” “We werken met partners zodat we ondernemers kunnen helpen om een verdienmodel rond batterijopslag op te bouwen. Dan wordt het ineens wel aantrekkelijk.” Maar hij ziet ook een groter probleem: “Kleine ondernemers vallen vaak buiten de boot. Ze hebben niet de financiële middelen om grootschalig te elektrificeren. Zonder steun of gezamenlijke initiatieven raken ze achter.”
Â
De grootste uitdaging rondom de elektrificatie en de warmtetransitie is misschien wel het loslaten van oude gewoontes. “We zijn gewend om onze eigen energievoorziening te regelen, net zoals mensen vroeger zelf de thermostaat hoger of lager zetten,” zegt Hylke. “Maar de energietransitie vraagt om een andere manier van denken: je hebt niet altijd de volledige controle, maar je profiteert wel van een collectief systeem.” Daar ziet hij een parallel met hoe bedrijven samenwerken. “Je kunt blijven afbakenen wat wel en niet jouw verantwoordelijkheid is, of je kunt kijken waar je elkaar kunt versterken.”
Â
Voor Kersten betekent dat ook een nieuwe werkwijze. “We werken steeds meer samen: elektrotechniek, werktuigbouw en energiemanagement onder Ă©Ă©n dak. Want de energietransitie is niet alleen een kwestie van stekkers en kabels, maar van je afvragen: hoe kan het samen slimmer?”Â